Fuchsia's of the World
An ode to the discoverer of the F. triphylla
Oostveens Zomeroogst
Latest adjustment: 6-2-2022
Search for a cultivar/Species
adjust 10-10-2021
Fuchsias of Mario de Cooker
New adjust 6-2-2022
NEW adjust 17-08-2021
adjust 10-10-2021
Charles Plumier found during his stay in Haiti, from 1689 to 1697 the first Fuchsia.
He named the plant after the German phycician Leonard Fucs, Fuchsia triphylla flore coccinea.
The Fuchsia plant of Plumier himself never arrived in Europe because the ship has sunk on the way home with all the plantmaterial on board.
The time the first plant arrived in England must have been about between 1870 and 1890.
~ * ~
On this website we try to provide a complete overview in word and image of all Fuchsia species and cultivars that our earth rich is and rich was.
Therefore, when visiting this site, keep in mind that data and photos are updated regularly and data is adjusted or disappears if they turn out to be incorrect.
Copyright: S.M. van Schaik-Schopmann 2015-2022.
With thanks to Digiton for the advice, help and tips. http://www.digiton-design.nl/
Dit artikel over fuchsiaveredelaar Gerrit Kreijkes
is voor het eerst gepubliceerd in het voorjaarsnummer
2022 (the Spring Bulletin) van het
tijdschrift van de British Fuchsia Society. Van
het Engelstalige artikel wordt hier de
oorspronkelijke Nederlandse versie weergegeven.
Fuchsiaveredelaars in Nederland: nog steeds creatief en succesvol!
In dit Belleke: Gerrit Kreijkes
Dit keer staat fuchsiaveredelaar Gerrit Kreijkes in de
schijnwerper. Wie is Gerrit, en waar heeft hij ons op
fuchsiagebied mee verblijd in de afgelopen jaren?
We hebben het voor u op rij gezet!
Laten we van start gaan Gerrit. Kun je je even voorstellen?
Mijn naam is Gerrit Kreijkes. Ik ben geboren in 1953 op
het platte land in Oost-Nederland in de plaats Wierden.
In dit buitengebied, met veel ruimte, groeide ik op tussen
dieren en planten en hier is ook de basis gelegd voor mijn
hobby’s.
Bij mijn huwelijk met Liesbeth verhuisden we naar Vriezenveen,
eveneens in Oost-Nederland. Vriezenveen is een
dorp in de Gemeente Twenterand.
Hier liggen ook de “Engbertsdijkvenen”, een staatsnatuurmonument
vlak bij de Duitse grens. Het gebied
is in beheer bij Staatsbosbeheer en is ongeveer
1000 hectare groot. Er zijn uitgestrekte veengebieden
met heideterreinen en vennen. Het is een restant
van het grote veenmoeras dat ooit het noordoosten
van Nederland bedekte. Het feit dat 17 van
de 25 hectare levend hoogveen in Nederland hier te
vinden is, tekent de grote natuurwaarde. Het gebied
maakt deel uit van het Europees netwerk van beschermde
natuurgebieden: Natura 2000.
Wanneer en hoe ben je voor het eerst met fuchsia’s in aanraking
gekomen?
Even iets vooraf vertellen. Op jonge leeftijd kreeg ik
al de gelegenheid om mij met dieren en planten bezig
te houden. Mijn vader ondersteunde mij hier
ook in. Aanvankelijk ontwikkelden de hobby’s zich
meer in het houden van dieren. Zo fokte ik sierduiven
en later ook honden, ook voor de tentoonstelling.
In combinatie met mijn werk en gezin vergde
dit te veel tijd zodat ik toen met een aantal hobby’s
ben gestopt. Ik kreeg hierdoor meer tijd om mij
bezig te houden met mijn tuin en planten. In mijn
jeugdjaren had ik al eens een fuchsiashow bezocht
en was daar erg van onder de indruk. Ook later had
ik vanaf een vakantie-adres al eens verschillende stekken
meegenomen. Maar hier kwam toen niet veel van terecht.
Het waren wat verhoute stekken, midden in de zomer en ze
hadden toen niet de gewenste verzorging.
Rond 2000 besloot ik mij gericht met de fuchsia-liefhebberij
bezig te houden, ook na een bezoek aan een fuchsiakwekerij
waar ook veel bloeiende planten waren. Ik was onder indruk
van de vele vormen en kleuren. Ik heb toen diverse soorten
gekocht en ook veel stekken opgekweekt tot kroonbomen
Wanneer en hoe ben je op het idee gekomen om te gaan veredelen?
Waarschijnlijk zijn mijn eerdere veredelingsactiviteiten bij de
sierduiven- en hondenfokkerij daar de aanleiding toe. Het
heeft mij altijd geïnteresseerd om tot nieuwe ontwikkelingen
te komen.
Ik besloot mij te beperken tot dubbele, grootbloemige
(half)hangers, waarschijnlijk ook omdat ik mijn nieuwe
hobby onder “controle” wilde houden.
In 2008 verrichtte ik mijn eerste kruising. Ik heb er de
gewoonte van gemaakt om te proberen van elke potentiële
kruisingsplant een stamboom te maken, die zo mogelijk
drie generaties terug gaat. Zo weet ik welke eigenschappen
in de plant aanwezig kunnen zijn.
Wat waren je successen en hoe is de naamgeving van de nieuwe
cultivars?
In de loop van de jaren zijn er tot nu toe zes planten
genomineerd door de Keurings Commissie van de Nederlandse
Kring van Fuchsiavrienden en zijn ze hier
ook geregistreerd evenals bij de American Fuchsia
Society.
Het betreft hier allemaal dubbele, grootbloemige (half)
hangers.
Jaar van keuring en naam van de plant:
2011 ‘Amélie Vos’
2012 ‘Amazing Marjolein’
2012 ‘Lovely Liesbeth’
2016 ‘Mighty Mathijs’
2017 ‘Eric Vos’
2021 ‘Smiling Raf’
Alle planten zijn genoemd naar mijn vrouw, kinderen
en kleinkinderen.
Wat beschouw je als je beste introducties in al die jaren?
Als ik kijk naar mijn laatste drie genomineerde planten
en opvallende eigenschappen/kenmerken, kan ik
hiervan het volgende zeggen (zie ook de foto’s):
‘Mighty Mathijs’: Een mooi bloeiende plant met grote,
sierlijke bloemen met diep rood en paars. Opvallend
is dat de stekken zich mooi vertakken en compacte
jonge stekplanten geven.
‘Eric Vos’: Grote bloemen met een fraai kleurcontrast
in de kroonbladeren van donker paars en licht
roze.
‘Smiling Raf’: Een echter hanger, rijk bloeiend voor een
grootbloemige en grote witte bloemen met een lange roze
bloembuis en roze aan de basis aan de bovenkant van de
kelkbladeren die naar boven krullen. De stengels zijn
rood wat opvallend is bij witte bloemen.
Kun je vertellen hoe je van zaad tot plantjes komt?
De zaadjes zaai ik op vochtig keukenpapier onder verlichting
en met een temperatuur van 20 graden. Elke dag
lucht ik het zaaibakje even en kijk ik of het papier nog
vochtig genoeg is. Eventueel wordt bij geneveld met de
plantenspuit. Elke dag kijk ik even of er zaden zijn gekiemd.
Er komt dan een wit kiemworteltje tevoorschijn.
Ik haal met een pincet de gekiemde zaadjes uit de bak en
leg deze afzonderlijk in stekpotjes van 5,5 cm op vochtige
stekgrond. Deze potjes zet ik nog weer voorlopig in een
afgesloten kweekbak (ook dagelijks even luchten). De
kiemworteltjes groeien dan in de aarde en na verloop van
tijd komen er twee ronde kiemblaadjes tevoorschijn. Ik
zet de plantjes vervolgens in de open lucht zodat de
plantjes niet te hoog opschieten. Bij deze gang van zaken
hoef ik geen schimmelwerend middel te gebruiken wat
ten koste zou gaan van de tere kiemworteltjes.
Het veredelingswerk kost veel tijd en aandacht. Hoe blijf je hierin
actief?
Om voldoende tijd en aandacht te hebben voor het veredelingswerk,
ben ik genoodzaakt de planten te beperken
tot mijn eigen introducties en eventueel de planten die ik
op dat moment wil gebruiken voor de kruising. Bij een
succesvol uitgevoerde kruising dient een groot aantal
plantjes te worden opgekweekt tot bloeiende planten om
de resultaten te kunnen beoordelen. Dat vergt natuurlijk
veel ruimte. Bij een laatste kruising waren dat meer dan
honderd planten waarvan ik uiteindelijk maar één plant
heb aangehouden. Dat was ‘Smiling Raf. Als er bij al die
planten één bloem zich opent die bijzonder is, geeft dat
natuurlijk een heel apart gevoel en ben je weer getuige
van een groot natuurwonder. Bij elke kruising zie je hier
als veredelaar weer naar uit en blijf je hierbij actief.
Waar ligt de aandacht bij het veredelingswerk voor de naaste toekomst?
Ik blijf mijn aandacht houden bij grootbloemige, dubbele
(half)hangers. Mijn doel en selectie zijn er vooral op gericht
om zoveel mogelijk kleur- en tekeningcontrasten te
krijgen in de bloem. Mijn laatste twee introducties,
‘Eric Vos’ en ‘Smiling Raf’, zijn daar
goede voorbeelden van. Ook de groeiwijze is
natuurlijk belangrijk.
Er zijn al veel mooie Fuchsia’s. Nieuwe introducties
moeten dus echt bijzondere eigenschappen
of kenmerken hebben. Dit houdt
het aantal nieuwe introducties natuurlijk wel
wat beperkt.
Heb je nog een advies voor de algemene verzorging van
fuchsia’s, met name voor hangers?
Mede ook door de veranderende klimaatomstandigheden
krijgen we steeds meer te maken
met te veel of te weinig water in de hangpotten.
Ik maak al jaren gebruik van “semihydrocultuur”.
Hiervoor gebruik ik diverse
soorten hangpotten met een waterreservoir
van een aantal centimeters. Dat zijn dus potten
waarbij de waterafvoer wat hoger ligt dan
de bodem.
Het systeem werkt als volgt. Ik kijk in de pot
tot hoever het water blijft staan. In de pot leg
ik hydro-korrels tot ongeveer 2 cm boven het
waterniveau en hierop leg ik een matje van
niet te fijnmazig schaduwdoek met daarop de
potgrond. De wortels van de plant zullen nu
door het “matje” tussen de hydro-korrels
groeien en zich ook aan de korrels vastklemmen
en hier water opnemen (zie foto).
Van essentieel belang bij dit systeem van
“semi-hydrocultuur” is volgens mij dat er bij
elke pot onder het “matje” een laagje hydrokorrels
aanwezig is dat boven het waterniveau
uitkomt. Dit laagje hydro-korrels boven waterniveau
heeft een tweeledige functie:
de potgrond “drassig” wordt en wortelrot
tot gevolg heeft en voorkomt ook dat de
wortels in de hydro-korrels volledig in het
water hangen.
meer in het reservoir, kunnen de wortels,
geklemd op de (bovenste) laag nog vochtige
korrels, toch overleven zonder te verdrogen.
Je had het even over de veranderende klimaatomstandigheden. Hoe denk je
over natuurbeschermende maatregelen die ons ook als fuchsialiefhebbers
raken?
In het begin had ik het er al over dat ik dicht bij een beschermd
natuurgebied woon. In die omgeving is ook veel turf weggehaald
dat ook een belangrijke grondstof is voor de productie
van potgrond.
Veengebieden zijn echter van groot belang voor de biodiversiteit
en de opslag van koolstof. Potgrond op basis van turf is dus
niet de meest duurzame keuze. Vervanging door kokosvezels is
een mogelijkheid maar deze moeten weer over grote afstand
worden vervoerd.
En kunstmest vervangen door organische meststoffen, bijvoorbeeld
compost?
In mijn tuin heb ik nestkastjes opgehangen voor Koolmezen.
Maar als ongediertebestrijding op de planten toch nodig is, welke
middelen gebruiken we dan?
Deze vraagstukken gaan ons als fuchsia liefhebbers uiteindelijk
ook niet voorbij!
De foto’s en tekst van dit artikel zijn
afkomstig van Gerrit Kreijkes.