Hans van Aspert

Hans van Aspert


1952 - Heden

Hans van Aspert druk bezig met veredelingswerk

Dit artikel is voor het eerst gepubliceerd in het voorjaarsnummer (2020) van het tijdschrift van de British Fuchsia Society. Van het Engelstalige artikel wordt hier de Nederlandse versie weergegeven. (Tekst en foto's zijn overgenomen uit het "Belleke" van September 2020)

De Nederlandse fuchsiaveredelaar Hans van Aspert (1952) is al vele jaren druk met zijn hobby. Hans en zijn echtgenote Ria wonen al vele jaren in Arnhem. Met zijn veredelingswerk probeert Hans zijn stad nog bekender te maken dan die al was als gevolg van het mislukte geallieerde offensief Market Garden in de Tweede Wereldoorlog in September 1944. En dat lukt hem aardig! Na zijn pensionering enkele jaren geleden als servicemonteur bij de Engelse firma Gestetner heeft hij nog meer tijd gekregen voor het uitoefenen van zijn hobby. We zijn benieuwd wat voor nieuwe uitdagingen hij nog aangaat en wat daar dan de resultaten van zullen zijn.

Hans, je woont al heel lang in je huidige huis. Hoe is dat allemaal begonnen en hoe heb je inde loop der jaren je tuin ingericht?

Toen we ongeveer 40 jaar geleden verhuisden naar het huis waar we nu wonen had ik nog helemaal geen interesse in een tuin en planten. Mijn schoonvader heeft toen de tuin eens goed op de schop genomen, een paar struiken geplant en wat gras gezaaid. Al na korte tijd heb ik daarin echter wat veranderingen aangebracht, geïnspireerd door de tuin van mijn buurman die werkelijk overladen was met honderden zelfgezaaide eenjarige planten, een echte showtuin. Dat was een prachtig gezicht! Op zijn advies heb ik toen mijn tuin aangepast. Veel struiken verdwenen en er werden borders gemaakt, die rijkelijk van oude stalmest werden voorzien. En al snel kreeg ik veel plezier in het zaaien van planten zoals Ageratum, leeuwenbekjes, salvia’s, kattenstaarten enz. De planten in mijn tuin bestaan nu hoofdzakelijk uit fuchsia’s maar ik heb ook begonia’s, pelargoniums en allerlei stekplanten zoals: Persicaria capitata, Lysemachia numularia ’Aurea’ en Streptocarpus saxorum voor onderbeplanting in bloembakken en potten..

Dus in je jonge jaren was de Fuchsia nog helemaal niet in beeld! Wanneer zette je de eerste stappen in de fuchsiawereld?

Wel, door mijn beroep: reparatie en onderhoud van stencilmachines kwam ik in aanraking met de pastoor van de Rooms-katholieke Kerk in Lochem, die erg veel fuchsia’s had. Hij gaf me een paar stekken van een fuchsia die later ‘Bon Accorde’ bleek te zijn. En toen werd ik al snel besmet door het fuchsiavirus.

Mijn tweede fuchsia was ‘Leverkusen’ en al snel volgden er vele andere, waarvan ik er nog steeds een in de tuin heb: een bonsai van ‘Beacon’. Een kas had ik toen nog niet, dus werden de fuchsia’s in de eerste jaren ‘s winters opgeslagen in de kruipruimte.

'Bon Accorde'

Je hebt duidelijk een diepe liefde ontwikkeld voor de Fuchsia.Wat is voor jou de specifieke aantrekkingskracht van deze plant ?

De aantrekkingskracht van de Fuchsia is, dat de plant zulke mooie en elegante bloemen heeft. Fuchsia cultivars met enkele bloemen zijn over het algemeen goed bestand tegen de zon en regen, en ze hebben ook een erg lange bloeitijd. En wat ook meewerkt is, dat er van veel cultivars grote planten gemaakt kunnen worden, wat vaak niet het geval is bij eenjarige tuinplanten.

Maar liefde voor de Fuchsia, Hans, is nog geen reden om met veredelen te beginnen. Hoe is deze tijdrovende hobby ontstaan?

Bij het uitbreiden van mijn collectie fuchsia’s kwam ik eens op een kwekerij in contact met Gerrit van Veen, die de leiding had over een proeftuin met winterharde fuchsia’s van de NKvF. Meer dan honderd soorten werden daar getest op winterhardheid. Ik ben Gerrit toen gaan helpen met allerlei klussen en ben al snel lid geworden van de NKvF. Een van de vragen die we ons stelden was waarom er zo weinig witte opgaande fuchsia’s op het proefveld aanwezig waren, en of we daar wat aan zouden kunnen doen. De bekende Nederlandse fuchsiaveredelaar Zwier Stoel stelde toen voor om zelf te gaan kruisen met de witte planten die we op het proefveld hadden staan. De taken werden verdeeld, en ik kreeg als opdracht mee om kruisingen te gaan maken met ‘Annabel’ en ‘Whiteknights Pearl’.


'Jaspers Kameleon'

Dat moet erg spannend geweest zijn!Hoe succesvol verliepen je eerste stappen in de veredelingswereld?

'Gerrit van Veen'

'Phileine'

In de eerste jaren moest ik natuurlijk nog veel leren.

Bijvoorbeeld dat je erg kritisch moet zijn op je resultaten, en door de bank genomen zeker al snel zo’n 90-95% van je zaailingen moet weggooien omdat er anders veel te veel look-a likes geproduceerd worden.

Verder had ik ook maar een beperkte kennis van de onderliggende genetica.


Om een voorbeeld te geven: ik ging ervan uit dat een kruising wit x wit ook altijd wel weer een witte fuchsia zou opleveren. Nu weet ik wel beter, zo werkt het natuurlijk niet.

Uit de kruising ‘Whiteknights Pearl’ x ‘Annabel’ werden 70 zaailingen verkregen, maar geen enkele daarvan had een witte bloem. Maar als welkome bijkomstigheid bleek dat de winterharde eigenschappen goed werden doorgegeven, en later zijn uit deze kruising de cultivars ‘Jaspers Kameleon’ (2009) en ‘Gerrit van Veen’ (2010) ontstaan.


Gelukkig zijn er andere mogelijkheden om de kleur wit aan het nageslacht door te geven. Voorbeelden zijn de cultivars ‘Ting-a-Ling’ en ‘White King’, die de eigenschap om een witte bloem te maken goed kunnen overerven. Dit heeft geresulteerd in het creëren van een van mijn beste introducties, de bijna witte triphylla ‘Phileine’ (2013).

Het is wel duidelijk dat het veredelen niet gestopt is na de eerste stappen op het terrein van de winterharde fuchsia’s. Hoe ben je toen verdergegaan?

Ik ben al snel begonnen met het stellen van eigen doelen. Voorbeelden zijn het maken van een eenkleurige opstaande bloem met schotelvormige kroon, en het maken van een paarse opstaande bloem. Tot nu toe is dat nog niet echt gelukt. Maar als positief resultaat van deze eerste projecten is mijn eerste introductie ‘Jaspers Donderstraal’ (1990), ontstaan, die ik nog steeds als een van mijn betere introducties beschouw. En verder heb ik door het maken van dit soort kruisingen veel ervaring opgedaan, die ik nu met voordeel kan gebruiken bij het onderzoeken van nieuwe aantrekkelijke mogelijkheden. Zo heb ik bijvoorbeeld geleerd dat, door dicht bij de species te blijven, de uitkomst van kruisingen beter te sturen is, vooral voor wat betreft de kleur van de bloem. Verder blijkt het doorvorsen van gepubliceerde informatie over kleurschakeringen van bestaande cultivars zeer nuttig voor het vinden van nieuwe richtingen en combinaties.

'Jaspers Donderstraal'

Net zoals vele andere fuchsiaveredelaars gebruik je een voorvoegsel (een ‘kennelnaam’) voor je introducties.

Kun je aangeven waarom?

'Jaspers Lightning'

Voor mijn introducties gebruik ik altijd het voorvoegsel ‘Jaspers’.

Uitzondering vormen fuchsia’s die vernoemd worden naar personen zoals vrienden, en naar familieleden zoals kleinkinderen. Een voordeel is dat mijn planten dan altijd bij elkaar staan in kwekerijen.


De naam ‘Jaspers’ (u herkent hierin ongetwijfeld Hans (Johannes) van Aspert) is mij gegeven door de vader van een van mijn vrienden. En dat vond ik wel leuk, en heb deze naam dan ook als voorvoegsel voor mijn fuchsia’s gebruikt.

Na meer dan 30 jaar fuchsiaveredeling ben je nog steeds enthousiast en gemotiveerd. Aan wat voor projecten werk je momenteel?

Deze eigenschap moet eigenlijk wel afkomstig zijn van ‘Göttingen’ . Nadat ik dit bereikt had ben ik overgestapt op het maken van paarse fuchsia’s.

Ik had al eerder pogingen ondernomen om een paarse triphylla te maken op basis van de kruising ‘Göttingen’ x ‘Whiteknights Amethyst’. Het resultaat was een eenkleurige bloem met lange tubus: ‘Jaspers Lange Jaap’ (2000).


De volgende stappen bestonden uit het maken van kruisingen ‘Göttingen’ en F. triphylla x paarse cultivars.

Als resultaat werd uit de kruising F. triphylla x       (F. colensoi x F. magdalenae) onder andere zaailing 12-05-02 verkregen.

'Elize'

'Fuchsiana'

zaailing 12-05-02

Ik heb inderdaad zeker nog niet de intentie om op korte termijn met veredelen te stoppen. Het is een fascinerende en boeiende hobby, die veel verrassingen brengt en waaruit veel waardevolle contacten voortkomen met andere fuchsia-enthousiastelingen.


Verder ben ik niet echt sportief, en daarom heb ik ook bewust een hobby op een ander terrein gezocht. En ik moet nog altijd naast de introducties ‘Phileine’ en ‘Elize’ een derde kleindochter vernoemen: ‘Lieke’.

Dus zelfs als ik zou willen zou ik op dit moment nog niet kunnen stoppen!

Belangrijkste aandachtspunt momenteel is het maken van nieuwe triphylla’s.


In 2009 ben ik gestart met het maken van kruisingen ‘Göttingen’ en

F. triphylla “PB7760#7” x ‘White King’ en ‘Ting-a-Ling’. Resultaat hiervan was een mooie serie van bijna-witte triphylla’s ‘Phileine’ (2013),

‘Jaspers Lightning’ (2013) en ‘Jaspers Pink Pipes’ (2013).


Deze cultivars zijn alle goed bestand tegen hoge temperaturen en zon. Soortgelijke kruisingen hebben ook fuchsia’s geproduceerd met dubbele bloemen, met als voorbeeld ‘Suna-May’ (2015).


Wat onmiddellijk opviel was, dat deze zaailingen eenkleurige dubbele bloemen hebben, iets wat bij fuchsia’s niet echt gebruikelijk is.

Deze zaailing bleek jammer genoeg niet levensvatbaar. Veel zaailingen uit kruisingen op basis van                          (F. colensoi x F. magdalenae) x (fuchsia met lange tubus) blijken trouwens niet de gemakkelijkste planten. Cultivars als ‘Fuchsiana’ (2018), ‘Elize’ (2018) en ‘Jaspers Purple Pipes’ (2019) zijn veel sterker, maar deze zijn alle ontstaan uit de kruising ‘Thalia’ x (dubbele paarse fuchsia).

We zijn er bijna doorheen Hans. Maar als laatste nog even dit: wat streef je nog na in de komende jaren?

Een prijswinnaar:

'Janske Vermeulen'

Auteur: Mario de Cooker


Foto's: Hans van Aspert

              Henk Westerhuis

              foto archief Martien Soeters

Een van mijn doelen is nog steeds het maken van een sterke donkerpaarse triphylla in de vorm van zaailing 12-05-02.

Een tweede doel is het maken van triphylla’s en andere fuchsia’s met lange buis plus dubbele kroon.


Als derde uitdaging zou ik willen noemen het maken van triphylla’s in de vorm van een microphylla, alsmede het maken van micophylla’s met lange trossen en het maken van dubbele microphylla’s. De eerste zaailingen in oranje en roze kleurstellingen en met grotere bloemen en bladeren en een langere tubus dan die van F. obconica zijn al gemaakt uit kruisingen

F. obconica x F. triphylla.


Het zijn boeiende tijden!