Jo Geurts

Jo Geurts


1943 - Heden

Jo Geurts aan het werk met ‘Daphne Schreurs’

Dit artikel over fuchsiaveredelaar Jo Geurts (1943) is voor het eerst gepubliceerd in het voorjaarsnummer 2021 van het tijdschrift van de British Fuchsia Society. Van het Engelstalige artikel wordt in dit Belleke de aangepaste Nederlandse versie weergegeven, aangevuld met wat extra fotomateriaal.


Dit keer zijn we te gast bij fuchsiaveredelaar Jo Geurts (1943). Jo woont niet zo ver bij mij vandaan, ongeveer

40 kilometer, in het mooie oude Zuid- Limburgse dorp Steyl.


Is het u ook wel eens opgevallen hoeveel fuchsiaveredelaars er in kleine dorpen wonen? Een van de redenen kan natuurlijk zijn dat er in kleine dorpen vaak grote tuinen beschikbaar zijn, en dat nodigt natuurlijk eerder

uit om een fuchsiaverzameling te starten dan wanneer je enkel beschikt over een klein balkonnetje.

En wat tuinen betreft heeft Steyl inderdaad veel te bieden!

Het dorp heeft slechts 3700 inwoners, maar herbergt binnen haar grenzen niet minder dan drie kloosters, die alle nog in gebruik zijn. Deze kloosters worden omringd door een groot aantal tuinen, waarvan er een de Botanische Tuin ‘Jochumhof’ is. Deze tuin was oorspronkelijk bedoeld om jonge missionarissen bekend te maken met tropische planten.

Je kunt je gemakkelijk voorstellen dat dit een uitstekende omgeving is voor meditatieve contemplatie, vol van spirituele inspiratie om nieuwe ideeën op te doen over fuchsiaveredeling.

                                               Klooster in het centrum van Steyl                                                                                                   Kloostertuin ‘Jochumhof ’

Vertel me eens Jo, vind je het nog steeds fijn om in Steyl te wonen?

Ja, dat kun je wel zeggen! In ben in Steyl geboren, maar toen ik acht jaar oud was zijn mijn ouders naar Tegelen verhuisd, een grotere gemeente vlakbij Steyl.

Mijn vader had een aannemersbedrijf, dat ik toen mijn vader gestorven was vanaf mijn zeventiende samen met mijn moeder heb voortgezet. In 1967 ben ik getrouwd met Annie, en verhuisden we naar een oud huis dat we natuurlijk zelf gerenoveerd hebben. De bij het huis behorende tuin was tamelijk klein, maar dat was op dat moment geen probleem omdat door mijn drukke werk tuinieren op dat moment meer een verplichting was dan een echte hobby. In 1996 zijn we naar onze wortels teruggekeerd: terug naar Steyl.

We hebben toen ons huidige huis gekocht, ook vanwege de grotere tuin die ik nodig had voor mijn nieuwe liefde: de fuchsia. Sindsdien woon ik dus in deze fantastische en hoogst

inspirerende omgeving op een luttele 100 meter afstand van de kloosters en de Botanische Tuin.

‘Annie Geurts’ (2006)

Wanneer kwam je voor het eerst in aanraking met de fuchsia en wat trok je zo aan in deze plant?

‘Mariabosch’ (2004)

Het was bij een grote fuchsiashow in 1992 in Baarlo (een dorp dichtbij Steyl) dat ik voor het eerst echt in aanraking kwam met de fuchsia.

Ik vond de show zo prachtig dat ik die zelfs een tweede keer bezocht heb. Ik heb toen ook enkele plantjes aangeschaft, onder andere

‘La Campanella’, ‘Marinka’ en ‘Postiljon’, en heb me aangemeld als lid bij de NKvF.

Kort daarna schafte ik nog wat meer fuchsia’s

aan waaronder ‘Checkerboard’, ‘Celia Smedley’, ‘Fanfare’ en ‘Hermina’.


Zoals we weten waren de vroege jaren

negentig van de vorige eeuw de hoogtijdagen van de fuchsia in Nederland. De NKvF had toen zelfs meer dan 6000 leden.

Het aantrekkelijk van de fuchsia is voor mij de schier onuitputtelijke variatie in vorm en kleur van de bloem.

Daarbij vond ik het ook een uitdaging om de fuchsia’s gezond en onbeschadigd de winter door te krijgen, omdat mij verteld was dat dit geen eenvoudige opgave is. En ik houd van uitdagingen, die kom je ook in de

bouwindustrie dagelijks tegen!

Alle fuchsiaveredelaars hebben een flink aantal verschillende fuchsia’s in de tuin, onder andere om mee te kruisen.

Zijn de fuchsia’s je enige planten of heb je ook nog andere planten in je tuin?

Mijn tuin is inderdaad voor een flink gedeelte gevuld met fuchsia’s. Maar daarnaast heb ik nog wat pelargoniums en wat bomen en struiken. ’s Winters ziet de tuin er daardoor wel wat kaal uit.

Het fijne van de bomen is dat ze ‘s zomers beschutting geven aan de fuchsia’s, en dat is bij de hete zomers van de afgelopen jaren meer dan welkom!


Ik heb een tweetal pruimenbomen, twee steeneiken (Quercus ilex), twee tulpenbomen (Liriodendron) en een vijg (Ficus carica).

In het winterseizoen worden de fuchsia’s opgeslagen in een kas die vorstvrij gehouden wordt.

‘Daphne Schreurs’ (2011)

Wanneer kwam je op het idee om te gaan veredelen, en kun je ons ook iets vertellen over je nieuwigheden die je geïntroduceerd hebt?

                                                      ‘Jorien Ter Mors’ (2016)                                                                                                                             ‘Geurts Passie’ (2018)

F. inflata
De stampers zijn afgedekt om
zelfbestuiving te voorkomen.

F. cestroides

Ik ben in 1995 begonnen met zaaien van het zaad dat ik uit afgeplukte bessen verzameld had, precies zoals veel andere veredelaars ook begonnen zijn. Een jaar later begon ik met het serieuzere werk.


Het hielp niet echt dat er toentertijd binnen

de vereniging nog relatief weinig goed toegankelijke kennis beschikbaar was over het veredelen van fuchsia’s. Ik heb toen gelukkig veel steun ontvangen van andere NKvF-veredelaars zoals Jan de Groot en Broer de Keijzer.

Mijn eerste pogingen leidden een aantal jaren later tot mijn eerste introducties 'Carlotta Fiore' (2002) en 'Mariabosch' (2004).

 

Alles bij elkaar heb ik 17 nieuwe fuchsia’s uitgebracht waarvan er verschillende vernoemd zijn naar vrienden en familieleden. Mijn kleinkinderen hebben een grote tuin met veel fuchsia’s, en vanzelfsprekend hebben ze ook hun ‘eigen’ fuchsia’s: ‘Nick Schreurs’ (2018) en ‘Daphne Schreurs’ (2018). En daarbij mag natuurlijk ook de fuchsia die naar hun grootmoeder vernoemd is ‘Annie Geurts’ (2007) niet ontbreken.

 

Als mijn beste nieuwigheden beschouw ik ‘Geurts Passie’ (2018),

‘ Daphne Schreurs’ and ‘Louis Hasselmann’ (2008).

Deze fuchsia’s zijn geliefd bij veel fuchsialiefhebbers vanwege de mooie grote bloemen en rijke bloei. Ook ‘Herman Finkers’ (2007) wil ik graag vermelden, omdat deze fuchsia door de bekende Nederlandse cabaretier Herman Finkers zelf gedoopt is en vereerd met een lied


“Je bent pas echt beroemd als er een fuchsia naar je wordt vernoemd”.

Je bent nu al ongeveer 25 jaar actief als fuchsiaveredelaar. Dat vereist een hoop tijd en aandacht. Hoe houd je er na al

die jaren nog de moed in?

Fuchsia’s hebben mij altijd geboeid en het is echt een uit de hand gelopen hobby.  Ik ga daarom ‘s zomers ook niet op vakantie en doordat ik inmiddels al meer dan 10 jaar alleen ben sinds Annie is overleden, bepalen de fuchsia’s een groot gedeelte van mijn dagbesteding.


Al moet ik zeggen dat na het verlies van Annie de motivatie wel een paar jaar wat minder geweest is. Verder vind ik ook een uitdaging om met moeilijke botanische fuchsia’s te kruisen waarvan het anderen niet of zeer moeizaam lukt om ze te vermeerderen.

Als ik het goed begrijp loop je weer over van ideeën. Wat zijn je plannen voor de toekomst?

Net zoals veel andere fuchsiaveredelaars heb ik vaak meer ideeën dan de mogelijkheden om deze alle te realiseren. In het zomerseizoen ligt de prioriteit bij het maken van kruisingen met

een aantal van de cultivars die ik in mijn verzameling

heb.

In de winter en het vroege voorjaar komen verschillende prachtige species in bloei, die ik dan gebruik voor het maken van kruisingen. Dat vind ik zelf wel het meest interessante

onderdeel van mijn hobby.


Enkele doelen daarbij zijn het maken van auberginekleurige

cultivars en oranje triphylla’s.

 

Ik heb een mooie collectie botanische fuchsia’s: F. inflata,

F. pilaloensis, F. juntasensis, F. magdalenae, F.cestroides,

F. boliviana en F. triphylla, die ik alle regelmatig gebruik.


Verschillende van deze species zijn moeilijk te kweken vanwege hun knolvormig wortelgestel, dat best gevoelig is voor rot. Het is daarom ook altijd de vraag hoe ze de winter doorkomen

en of ze goed in bloei komen. Maar als dan de eerste bloemen verschijnen is het altijd weer een fascinerend en prachtig gezicht!

 

En Mario, omdat we niet ver van elkaar wonen, kun je natuurlijk

altijd langskomen om wat stuifmeel ‘te lenen’.

Laten we hopen Jo, dat de maatregelen rond corona snel tot het verleden behoren, zodat we spoedig weer ontspannen bij elkaar kunnen komen om over de fuchsia’s te praten, over de successen en de tegenvallers en om ideeën uit te wisselen.

  F. pilaloensis  

  F. triphylla PB7760#6   

                          F. magdalenae                                                                                              F. juntasensis                                                                                                F. boliviana

Daar ben ik het helemaal mee eens, ik kijk er echt naar uit. De eerste tijd ben ik nog wel druk omdat ik als vrijwilliger veel werk verricht voor de Passiespelen in Tegelen, die nu eindelijk weer gehouden kunnen worden. Het wordt vast en zeker een mooi seizoen!

HET PASSIESPEL VERHAALT DE EMOTIONELE

GEBEURTENISSEN UIT DE LAATSTE

DAGEN VAN HET LEVEN VAN JEZUS.

 

Van de glorieuze intocht van Jezus in Jeruzalem, het laatste Avondmaal met de twaalf apostelen, het verraad van Judas, de door de hogepriesters geëiste veroordeling van

Jezus, zijn pijnlijke kruisgang en uiteindelijk zijn dood aan het kruis op de Calvarieberg. Het zijn die gebeurtenissen, die de christenen gedenken tussen Palmzondag en Pasen.

Auteur: Mario de Cooker

Verantwoording foto’s


Jo Geurts: ‘Mariabosch’, F. pilaloensis, F. inflata, portretfoto JG

Erwin Vandenbussche:‘Jorien Ter Mors'

Robert Czarnecki: ‘Annie Geurts’

Mario de Cooker: F. cestroides, F. triphylla PB7760#6, F.boliviana, F. juntasensis, F. magdalenae:

Sigrid van Schaik: ‘Geurts Passie’, ‘Daphne Scheurs’

Overige foto’s: diverse internetbronnen.